De komende 10 jaar zal de Lobberdense Waard flink veranderen. En waar de een het proces van verandering het meest interessant vindt, zal de ander vooral willen weten hoe het eindresultaat er uitziet. Bovenstaande afbeelding geeft een mooie weergave van de begin- en eindsituatie. Door de slider te schuiven kunt u gemakkelijk zien wat er gaat veranderen en wat hetzelfde blijft. Ter oriëntatie: linksboven ligt Pannerden, linksonder de ‘Pannerdense Kop’, de splitsing tussen Waal en Pannerdens Kanaal.
Het plangebied is gelegen in de uiterwaarden ten zuiden van Pannerden en heeft een totale oppervlakte van 222 hectare. De uiterwaard wordt rondom afgebakend door dijken en kaden. Deze waterwerken vormen het landschappelijke kader van het landschap, ieder met een eigen karakter en betekenis in de regulering van de rivier. Dwars door het gebied loopt de Lobberdenseweg. Deze ontsluit de steenfabrieken en woningen langs de rivier.
Bovenstaande kaart met het eindresultaat inclusief informatieve legenda is hier ook te downloaden (2,3 MB):
Het project Lobberdense Waard kent vier hoofddoelstellingen:
Als gevolg van alle werkzaamheden daalt bij hoogwater de waterstand in de Rijnwaardense Uiterwaarden met 11 cm in de as van de rivier. Hierdoor wordt er 1.000 m3 water per seconde meer afgevoerd zonder dat dit leidt tot hogere waterstanden.
Eind 2015 hadden de maatregelen ten behoeve van de veiligheid bij hoogwater – in het kader van de PKB Ruimte voor de Rivier – eigenlijk al uitgevoerd moeten zijn, zoals het verwijderen van beplantingen, verlagen van kades, stroomlijnen van het fabrieksterrein en verlaging van het maaiveld. Vanwege vertraging in de vergunningverlening is die termijn helaas niet gehaald. Inmiddels zijn alle vergunningen binnen. Er wordt nu naar gestreefd om zo snel mogelijk de opgaande beplanting in de stroombaan te verwijderen en te starten met het verlagen van de hoger gelegen percelen aan de oostzijde van het gebied om aan de veiligheidseisen te voldoen.
In januari 2024 zal begonnen worden met de zandwinning in de Lobberdense Waard. Het gebied zal gefaseerd worden ontgrond en heringericht, waardoor de natuur zich al direct kan ontwikkelen. Ook recreatieve voorzieningen als een vrijliggend fietspad zullen in een vroegtijdig stadium worden uitgevoerd, zodat omwonenden en recreanten al direct gebruik kunnen maken van het gebied. De vergunningen schrijven voor dat de herinrichting van het gebied uiterlijk eind 2033 dient te zijn voltooid en opgeleverd.
Landschappelijk is de Lobberdense Waard in drie zones te verdelen. De zonering is vooral ontstaan door jarenlange klei- en zandwinning en bestaat uit:
Het plan kenmerkt zich door behoud en versterking van de ruimtelijke structuren en kwaliteiten. De landschappelijke structuur van dammen, kaden, dijken en kribben vormt de ruggengraat van het gebied met ieder een eigen functie bij de regulering van het water. Deze structuren zijn nog volledig intact, worden gehandhaafd, beter zichtbaar gemaakt in het landschap en voor een groot deel toegankelijk voor extensief recreatief verkeer.
De kleiwinning tot ca. 1960 heeft geresulteerd in een landschappelijk waardevol kleinschalig kleiputtenlandschap in het noordelijk deel van de waard. In het plan wordt deze zone aan de randen uitgebreid en de tussenliggende bestaande landbouwgronden omgevormd tot een vergelijkbaar landschap, waardoor een grotere aaneengesloten robuuste zone ontstaat met een afwisseling van ooibossen, open water, kruidenrijke oeverzones en moeras. De huidige lage rivierdynamiek wordt gehandhaafd in dit gebied. De vogelkijkhut komt op een plek vanuit waar weide- en watervogels gespot kunnen worden. Ook worden verschillende nieuwe amfibieënpoelen aangelegd.
In het agrarisch tussengebied vindt de ingreep plaats die moet zorgen voor de waterstanddaling bij hoogwater; de hoogwatergeul. Deze stroomt alleen mee bij zeer hoge waterstanden. Hier worden de landbouwgronden afgegraven en het steenfabriekterrein gestroomlijnd. De schrale noordoevers van de strang worden zeer flauw met ruimte voor natuurlijke begroeiing met zachte overgangen naar de kleiputcomplexen. De noordpunt van de bestaande zandwinplas wordt voor een groot deel opgevuld. Ter plaatse van de opvulling ontstaat één van de hoogwatervluchtplaatsen voor de grote grazers en kleiner wild.
Langs de Leidam liggen twee steenfabrieken met daartussen enkele woningen op hoogwatervrije terpen. De fabrieken domineren hier het landschapsbeeld en geven het een industrieel karakter. Deze terreinen vallen buiten de planvorming, maar worden landschappelijk ingepast in het plan door ze te omzoomen met ooibos. De stromingsluwe westkant van de steenfabrieken zal geschikt gemaakt worden voor spontane ontwikkeling van rivierduinen.
Centraal in het gebied worden voor bezoekers een kleine parkeerplaats gemaakt, een zandige oever en een uitkijktoren met uitzicht over de wijde omgeving. Langs de gehele lengte van de Lobberdenseweg komt een vrijliggend fietspad dat moet zorgen voor een grotere verkeersveiligheid en prettiger recreëren. Het hele gebied wordt openbaar toegankelijk door middel van struinroutes.
Ter voorkoming van waterstandsverschillen en ter bevordering van de rivierdynamiek in het gebied worden de west- en ooststrang met elkaar verbonden door middel van een duiker onder de Lobberdenseweg. Deze komt aan de noordoever van de strang te liggen, zodat het water bij peilschommelingen een grote afstand moet afleggen langs de schrale zand- en grindplaten, die zeer geschikt zijn voor steltlopers. Op de noordoever van de oostelijke strang wordt een honderden meters lange steilrand gemaakt langs de waterlijn die geschikt is voor holenbroeders als de oeverzwaluw. De strang staat een groot deel van het jaar in open verbinding met de rivier door middel van een duiker, waardoor de rivierbegeleidende soorten zich kunnen ontwikkelen in het gebied. Er zit een drempel in de duiker om laag- en hoogwaterstanden in de strang te voorkomen. De kleiputten staan niet in verbinding met de strang. Ook de berijdbaarheid van de Lobberdenseweg verslechtert niet.